Blog

  • Minister Asscher treft overgangsregeling voor de transitievergoeding

    Minister Asscher treft overgangsregeling voor de transitievergoeding

    Er komt een overgangsregeling voor de transitievergoeding om te voorkomen dat tijdelijke werknemers, zoals seizoenswerkers in de horeca, recreatie en tuinbouwsector niet opnieuw ingehuurd worden en werkgevers met andere tijdelijke werknemers aan de slag gaan. Vanaf 1 juli 2015 hebben tijdelijke werknemers recht op een transitievergoeding als na ten minste twee jaar de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd door de werkgever. De hoogte daarvan wordt in het oorspronkelijke voorstel bepaald door de gewerkte periodes van voor 1 juli 2015.

    Door de overgangsregeling telt straks alleen nog het arbeidsverleden van tijdelijke krachten vanaf 1 juli 2012 – met een onderbreking korter dan zes maanden – mee voor de transitievergoeding. Zo wordt voorkomen dat werkgevers door de opbouw van de transitievergoeding werknemers niet meer aannemen. Tijdelijke arbeidsovereenkomsten van voor 1 juli 2012 tellen alleen mee met een onderbreking van ten hoogste drie maanden. Dat sluit aan ook bij het overgangsrecht voor de ketenbepaling.

    Het belang

    Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dat vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Asscher vindt het in deze gevallen belangrijk dat werknemers hun werk kunnen houden in plaats van dat ze aan de kant komen te staan, vaak ook nog zonder vergoeding.

    De transitievergoeding

    Verder wordt geregeld dat de transitievergoeding niet direct betaald hoeft te worden als de werkgever de werknemer de garantie biedt dat hij of zij binnen zes maanden weer aan de slag kan. Hiermee wordt voorkomen dat een werkgever na 1 juli 2015 meteen na afloop van een tijdelijk contract een transitievergoeding verschuldigd zal zijn.

    Als een tijdelijke werknemer binnen maximaal zes maanden na het aflopen van zijn tijdelijk contract een vast contract krijgt dat ingaat op of na 1 juli 2015, telt ook de periode tussen 1 juli 2012 en 1 juli 2015 alleen mee als tijdelijke arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met een periode van maximaal drie maanden. In ruil daarvoor krijgt de werknemer dan de zekerheid van een vast contract.

    De vergoeding

    De vergoeding bedraagt in de eerste tien jaar een derde maandsalaris per dienstjaar en daarna een half maandsalaris per dienstjaar. De vergoeding is bedoeld voor scholing en/of om over te stappen naar een ander werk. De transitievergoeding is onderdeel van de WWZ en met werkgevers en vakbonden afgesproken in het sociaal akkoord van april 2013. Afgelopen jaar is de WWZ door de Tweede en Eerste Kamer aanvaard.

    Contact

  • Grote toekomstplannen voor bijzondere curator in vechtscheidingen

    Grote toekomstplannen voor bijzondere curator in vechtscheidingen

    De ‘bijzondere curator’ in vechtscheidingszaken staat volop in de schijnwerpers. Kinderen hebben in dergelijke procedures dringend behoefte aan iemand die hun stem doet gelden, klinkt vanuit de rechtspraktijk. Maar moet die bijzondere curator wel altijd een advocaat zijn? En wat voor kwaliteitseisen zijn nodig? Er zijn meerdere initiatieven gestart die antwoord op die vragen moeten geven.

    Uw kind voorop

    Kinderombudsman Marc Dullaert dringt er al jaren op aan dat rechters in vechtscheidingszaken, en andere zaken waarin kinderen de dupe dreigen te worden, een bijzondere curator benoemen die uitsluitend opkomt voor het kind bij een scheiding. Dullaert: “Het bijzondere curatorschap is al een aantal jaren in de wet verankerd, maar werd tot voor kort niet ingezet bij vechtscheidingszaken.” Sinds in 2014 zijn rapport ‘Bijzondere curator, een lot uit de loterij?’ verscheen gebeurt dit wel. “Maar nog steeds worden bijzondere curatoren in dergelijke zaken te weinig benoemd”, vindt Dullaert. “Landelijk zijn er slechts een paar honderd benoemingen per jaar, terwijl er wel 3.500 vechtscheidingen zijn. Daarbij moet je je realiseren dat kinderen zelf geen toegang tot het recht hebben. Ze kunnen alleen een brief aan de rechter schrijven of een verzoek doen om gehoord te worden, meer niet. Gelukkig krijgt het bijzondere curatorschap nu veel aandacht.”

    De rechtbank Zeeland-West-Brabant is onlangs in Breda een pilot begonnen met de inzet van psychologen en orthopedagogen als bijzondere curator. De verwachting van de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Veiligheid en Justitie, die deze pilot bekostigen, is dat gedragsdeskundigen zeer geschikt zijn voor deze rol in vechtscheidingszaken. Tot nu toe werden vooral advocaten benoemd, omdat dat op toevoegingsbasis kan en de Raad voor Rechtsbijstand dan de kosten vergoedt. Voor gedragswetenschappers geldt dat nu nog niet, tenzij zij als mediator op de lijst van de Raad staan. Hoe de bekostiging in de toekomst zal gaan, moet nog worden vastgesteld.

    Initiatieven

    Initiatiefnemer van de proef is Cees van Leuven, raadsheer bij het hof ’s-Hertogenbosch: “Het gaat hier om een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. Er bestaat onder rechters al jaren een grote behoefte om ook gedragsdeskundigen te kunnen benoemen. Gedragsdeskundigen zijn bij uitstek geschikt om de behoeften van het kind te verwoorden en invloed op ouders uit te oefenen.”

    Er zijn ook andere initiatieven. De Vereniging Familierecht en Erfrecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) start binnenkort met een speciale opleiding voor bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken. Ook de Universiteit Leiden biedt een dergelijke opleiding aan. Rob van Coolwijk, voorzitter van de vFAS: “Tot nu toe was het nogal willekeurig wie er op de lijst van bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken werd geplaatst. Dat wil niet zeggen dat deze bijzondere curatoren niet goed functioneerden, maar het werd wel tijd voor duidelijke criteria. Een kwalitatief goede bijzondere curator mag geen lot uit de loterij zijn.”

    vFAS-opleiding

    Van Coolwijk legt uit dat de vFAS toe wil naar een opleiding die wordt afgesloten met een examen. In de opleiding komen juridische, maar juist ook niet-juridische vaardigheden aan bod. Ook voor gedragsdeskundigen komt er een opleiding met examen. Niet bij de vFAS, want die opleiding kan alleen worden gevolgd door haar eigen leden en staat daarom per definitie alleen open voor advocaten en mediators. De gedragsdeskundigen krijgen in de opleiding juist juridische vaardigheden aangereikt. Van Coolwijk: “Uiteindelijk komt er voor elke bijzondere curator een proeve van bekwaamheid, advocaat of niet-advocaat. Aanstaande donderdag vindt een groot overleg plaats tussen onder meer rechtbanken, hoven, het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVG) en de vFAS. Wij zullen dan de toekomst van de bijzondere curator verder bespreken.”

    Nelleke Boelhouwer is advocaat familierecht bij Gerritse Poelman Advocaten in Tilburg en heeft zich ingeschreven voor de nieuwe vFAS-opleiding. Zij kan zich voorstellen dat het in bepaalde gevallen nuttig is om niet een advocaat, maar een gedragsdeskundige als bijzondere curator te benoemen: “Ik merk dat het als advocaat in de rol van bijzonder curator soms lastig kan zijn om ouders te overtuigen. Als je advocaat bent zijn ze wel eens geneigd om te denken dat je partijdig bent. Ouders zitten zo vast in hun eigen strijd en hun eigen gelijk. Ook is het voor een advocaat lastiger om pedagogische argumenten goed over het voetlicht te brengen dan dat voor een gedragsdeskundige zal zijn.”

    Van Leuven had liever gezien dat de opleidingen pas van start waren gegaan als de pilot met de gedragsdeskundigen was afgerond: “Dan pas weten we wat de exacte opleidingsbehoeften zijn. Nu kunnen we nog niet overzien wie er op de lijst met bijzondere curatoren zouden moeten staan en waaraan zij zouden moeten voldoen.”

    Meer mogelijkheden

    Kinderombudsman Dullaert neemt alvast de vlucht naar voren en ziet nog meer mogelijkheden om de positie van kinderen te verstevigen: “Uiteindelijk zou de combinatie van de aanstelling van een bijzondere curator met een zogenaamde ‘regierechter’ het meest ideaal zijn in een vechtscheidingszaak. Daar wordt op dit moment ook een pilot mee gehouden, bij de rechtbank Den Haag. Deze regierechter behandelt een zaak van begin tot eind en kent de situatie van partijen dus door en door. Ook wordt een maximum aantal zittingen vastgesteld. In een vechtscheidingszaak is dat ideaal, omdat ouders dan niet eindeloos door kunnen procederen, ten koste van het kind.”

    Contact

  • Help, de huurbaas op de stoep!

    Help, de huurbaas op de stoep!

    Geschreven door mr. Vivianne Coppus

    Rekeningen niet meer kunnen betalen, het is voor veel mensen helaas een harde realiteit. Aanmaningen verdwijnen, in de regel ongeopend, in een doos onder bed. De problemen verdwijnen daar natuurlijk niet mee. Integendeel, het betekent vaak een vicieuze cirkel waar het maar moeilijk uitkomen is. Eén van de grootste maandelijkse kostenposten is de huur. Wat nu als u die huur niet meer betalen? En dat meerdere maanden lang? Kan een huurbaas dan de huur opzeggen, moet u uw huis verlaten?

    Ja, het kan. Maar dan moet u het als huurder wel erg bont maken. In de wet staat niet expliciet wanneer dat is, dat oordeel wordt overgelaten aan de rechter. Uit de talloze rechtszaken over dit onderwerp zijn richtlijnen voortgekomen waar rechters zich bijna altijd aan houden. Allereerst geldt de drie-maanden-drempel. Een betalingsachterstand van minder dan drie maanden kan nooit leiden tot een beëindiging van de huurovereenkomst, tenzij er nog andere, aanvullende bezwaren spelen. En ook met een huurachterstand van meer dan drie maanden is het lang niet altijd een uitgemaakte zaak. Een woningbouwcorporatie, die meestal voorziet in een aanbod van sociale huurwoningen, moet bijvoorbeeld extra coulant zijn. Hun doelgroep bestaat immers uit mensen met weinig geld. Verhuurders in de particuliere sector zullen ook rekening moeten houden met zwaarwegende, persoonlijke omstandigheden van een huurder, zei het in mindere mate.

    Ten slotte moet de verhuurder als het even kan akkoord gaan met een betalingsregeling. Zeker als het de eerste keer is. Laat natuurlijk onverlet dat aan het einde van de rit de huur wel betaald moet worden.

    Heeft u een huurachterstand? Onze specialisten, o.a. gespecialiseerd in huurrecht, kunnen u verder helpen. Laat u niet afschrikken door dreigende taal van de verhuurder, vaak is er nog veel mogelijk.

    Contact

  • Heb ik recht op bijstand?

    Heb ik recht op bijstand?

    Geschreven door mr. René Menting

    Uit cijfers van het Centraal Bureau Statistiek blijkt dat bijna een half miljoen inwoners van Nederland in 2015 een bijstandsuitkering ontvingen. Daarmee is het verreweg de meest verstrekte uitkeringsvorm in Nederland. Bijstand, wanneer heeft u er recht op?

    Nederland heeft een vergaand stelsel van sociale zekerheid, waarop de bijstandsuitkering het sluitstuk vormt. Het is een vangnet, om te zorgen dat men zonder enige vorm van inkomen toch overeind kunnen blijven in de maatschappij. Het is ook de uitkering met de minste lusten (op dit moment schommelt de gemiddelde bijstandsuitkering op 900-1200 euro per maand, inclusief toeslagen) en de meeste lasten (denk alleen al aan de sollicitatieplicht en meldplicht).

    Inkomen en bezit

    Om aanspraak te maken op een bijstandsuitkering moet vast komen te staan dat u heel krap zit. U heeft geen werk, of werkt slechts een inkomen onder de € 900,00 – € 1.200,00. Als u samenwoont wordt het inkomen van partner meegeteld. Ten slotte, en dat blijkt regelmatig een valkuil te zijn, heeft u ook amper eigen vermogen. Mocht blijkt dat u duizenden euro’s (voor de alleenstaande bijna € 6.000,00 en voor een stel of alleenstaande ouder € 11.000,00) op de spaarrekening heeft staan, wordt uw aanvraag voor een bijstandsuitkering hoogstwaarschijnlijk geweigerd. Heeft u een dure Audi voor de deur, kan de gemeente van u eisen dat u deze eerst verkoopt.

    Werkloos

    De zzp’er die langere tijd geen klussen heeft, de vrouw die na echtscheiding amper nog inkomen ontvangt: het zijn de scenario’s waarbij de bijstandsuitkering soelaas kan bieden. Ook wanneer u op staande voet ontslagen wordt, en daarom geen recht hebt op een werkloosheidsuitkering, kunt u een beroep op de bijstand doen. Let wel, vaak krijgt u dan wel een aanvullende strafmaatregel opgelegd. Dat kan bijvoorbeeld een korting op de hoogte van uw uitkering zijn.

    Van u wordt ten slotte niet vereist dat u de Nederlandse nationaliteit heeft. Een rechtmatige inschrijving op een adres in Nederland is voldoende. Bent u daarentegen wel Nederlands, maar staat u niet ingeschreven op een adres, heeft u geen recht op bijstand. Dat geldt overigens ten slotte ook als u jonger bent dan 18 jaar.

    De aanvraag

    De aanvraag voor bijstand gaat via de gemeente. Tegenwoordig gebeurt dat digitaal, waarna een intakegesprek bij de gemeente plaatsvindt. Indien u problemen ondervindt met de aanvraag, of een afwijzing van de gemeente ontvangt, kunt u vrijblijvend met ons contact opnemen voor advies.

    Contact

  • Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

    Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

    De Centrale Raad van Beroep (CRvB) besliste in haar uitspraak van 13 februari 2015 dat bij onvoldoende financiële draagkracht in het bestuursrecht vrijstelling van griffierecht kan worden verleend. Zou dit niet kunnen, dan zou de toegang tot de rechter belemmerd worden. De CRvB heeft beslist welke criteria gelden. Deze criteria kunnen worden gehanteerd bij toekomstige beroepen op betalingsonmacht bij griffierecht.

    De CRvB is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. De uitspraak van 13 februari 2015 is gedaan door een zogenoemde grote kamer die bestond uit de president en een senior raadsheer van de Centrale Raad van Beroep, de voorzitter en een staatsraad van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

    De rechtzoekende moet aannemelijk maken dat zijn maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dan 90% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat hij ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van de rechtzoekende niet van belang en moeten het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van de rechtzoekende. De rechtzoekende die vrijstelling van het griffierecht wil krijgen, moet dit uiterlijk voor het einde van de betalingstermijn verzoeken.

    Contact

  • Financieel-economisch strafrecht eenvoudig witwassen

    Financieel-economisch strafrecht eenvoudig witwassen

    De reikwijdte van de Nederlandse witwaswetgeving is ruim. Wie voorwerpen verkrijgt die afkomstig zijn van enig misdrijf, is per definitie strafbaar. Dat geldt primair voor de dader van het basismisdrijf. Reeds het enkele bezit van zijn buit promoveert hem wettelijk gezien tot witwasser. Denk aan de dief die een fiets bemachtigt en daarop wegrijdt: ook die is volgens de wetgever aan het witwassen, nu hij een door misdrijf verkregen voorwerp voorhanden heeft. Zo ontstaat welhaast automatisch een verdubbeling van strafbaarheid.

    De Hoge Raad heeft op dit punt echter een belangrijke nuance aangebracht. In een lange reeks arresten is tot uitdrukking gebracht dat van strafbaarheid ter zake van witwassen geen sprake behoort te zijn zolang de dader van een misdrijf geen pogingen heeft gedaan om de criminele herkomst van de door hem verkregen voorwerpen te verbergen of te verhullen. Met deze rechtspraak werd de automatische verdubbeling van strafbaarheid tot op zekere hoogte tegengegaan.

    Dit was niet naar de zin van onze wetgever. Die vreest dat criminelen hierdoor straffeloos over hun geld kunnen blijven beschikken, namelijk wanneer het bewijs van het basismisdrijf niet rond komt en tegelijkertijd wel aannemelijk is dat het geld uit enig door henzelf gepleegd misdrijf afkomstig is. Iemand met een strafblad zou dan openlijk kunnen betogen dat de grote hoeveelheid geld die bij hem werd aangetroffen, uit eigen – maar reeds afgedane – misdrijven afkomstig is. Hij verbergt of verhult niets. Op grond van de huidige rechtspraak zou dat vermeende misdaadgeld dan onaantastbaar zijn, want zonder (nieuwe) veroordeling volgt geen verbeurdverklaring.

    Door een wetswijziging zal die rechtspraak daarom binnenkort “onschadelijk” worden gemaakt. De regering heeft een aparte strafbaarstelling voorgesteld die uitdrukkelijk betrekking heeft op het enkele verwerven en voorhanden hebben van voorwerpen die rechtstreeks afkomstig zijn uit een eigen misdrijf. Dit wordt als “eenvoudig witwassen” strafbaar (wetsvoorstel 34 294). Op grond van de nieuwe delictsomschrijving zullen criminelen die niets verhullend op hun misdaadgeld zitten alsnog kunnen worden veroordeeld en met een verbeurdverklaring geconfronteerd. Eenvoudig, want voorhanden hebben is een voortdurend delict. Zo bezien zou dit wel eens een lucratieve wetswijziging kunnen zijn. Aantrekkelijk voor wie de nuance niet zoekt.

    Contact