Blog

  • Auto-ongelukken zijn lang niet altijd de schuld van een brokkenpiloot

    Auto-ongelukken zijn lang niet altijd de schuld van een brokkenpiloot

    Het zijn misschien wel de meest schrijnende gevallen binnen het strafrecht. Verkeersongevallen waarbij de automobilist een, al dan niet dodelijk, slachtoffer maakt. Zelden is er opzet in het spel. Toch gaat het Openbaar Ministerie bijna altijd tot vervolging van de bestuurder over.

    De auto is het meeste gebruikte moordwapen in Nederland, zo kopte dagblad de Telegraaf ooit. Immers zijn in Nederland meer doden te betreuren als gevolg van een auto-ongeluk dan als gevolg van, bijvoorbeeld, een schietincident. Wellicht wat kort door de bocht, moord impliceert een voorbedachte opzet tot doden en daarvan is zelden sprake bij een dodelijk auto-ongeval. Toch laat het eens te meer zien dat ernstige auto-ongelukken aan de orde van de dag zijn.

    De Wegenverkeerswet

    De artikelen 6 tot en met 8 van de Wegenverkeerswet zien op de strafbaarheid bij dergelijke ongevallen. Het kan zijn dat een automobilist veel te hard rijdt of met teveel alcohol achter de kiezen de weg opgaat. Als hij of zij dan een ongeluk veroorzaakt, kan de strafrechter oordelen dat er sprake is van onvoorzichtig of zelfs roekeloos rijgedrag. Toch zijn de straffen die de rechter in de regel daarvoor oplegt niet extreem hoog. In de meeste gevallen kiest een rechtbank voor een taakstraf in combinatie met een rijontzegging. De ratio daarachter is simpel: de bestuurder had nooit de intentie om slachtoffers te maken en is zelf vaak, al is het maar psychisch, ook deels slachtoffer.

    Dat wordt een ander verhaal als een automobilist vaker de fout ingaat: als een bestuurder voor een tweede keer met teveel alcohol in het bloed een ongeluk veroorzaakt, kan de straf een stuk hoger uitvallen. Recidive wordt bij verkeersongevallen zwaar aangerekend: een rechter verwacht dat een automobilist toch wel echt leert van zijn fouten.

    Ongeval met opzet

    Ten slotte zijn er nog de gevallen dat de auto daadwerkelijk als wapen wordt ingezet. Daarvan is sprake als een automobilist doelbewust op iemand inrijdt, met louter als oogmerk die persoon te verwonden of te doden. In die gevallen is het reguliere strafrecht van toepassing en zullen de straffen niet anders zijn dan bij een (poging tot) doodslag of mishandeling met een ander wapen.

    Gevallen uit die laatste categorie komen niet vaak voor. Het overgrote deel van de auto-ongelukken is vaak een trieste samenloop van omstandigheden. Een ongeluk zit vaak in een heel klein hoekje. Bent u betrokken geraakt bij een dergelijk ongeluk, als slachtoffer of als dader, twijfel dan niet om met een van onze advocaten contact op te nemen. Onze advocaten zijn specialist op het gebied van verkeersongevallen en kunnen u bijstaan met advies.

    Contact

  • Het vangnet van artikel 12: als er niets met uw aangifte gebeurt

    Het vangnet van artikel 12: als er niets met uw aangifte gebeurt

    Alléén moeders kregen bij boekhandel Haagse Paagman tijdens Moederdag een gratis kopje koffie aangeboden. En dat is discriminatie, zo oordeelde een verontwaardigde vader. Hij deed aangifte bij de politie. Het Openbaar Ministerie zag echter niets in vervolging en seponeerde de kwestie. Via de zogeheten artikel-12-procedure kon de man toch de gang naar de rechter maken. Het artikel biedt een klager de mogelijkheid zijn klacht voor het Gerechtshof voor te leggen, indien een Officier van Justitie niet overgaat tot vervolging. Maar ook daar ving hij bot. In een recent verschenen arrest noemde het Hof het gratis kopje koffie ‘een vriendelijk gebaar’ waar vooral géén rechten aan ontleend kunnen worden. Volledigheidshalve merkte het Hof nog op dat bij diezelfde boekhandel op Vaderdag een gratis kopje koffie voor de vaders klaarstaat.

    Bovenstaand voorbeeld is slechts een van de vele gevoerde artikel-12-procedures. Het komt geregeld voor dat het Openbaar Ministerie niet overgaat tot vervolging. Dat betekent in beginsel dat degene die aangifte doet met lege handen achterblijft. Frustrerend, en een enkele keer ook ten onrechte. Uit een in 2014 genomen steekproef blijkt dat het Openbaar Ministerie steeds vaker geneigd is om zaken voortijdig af te doen of zelfs volledig te seponeren. Als voornaamste reden wordt de werkdruk genoemd.

    Alleen directe belanghebbenden kunnen een beroep doen op de procedure. Dat het Hof dat vereiste niet altijd even nauw neemt, blijkt wel uit bovenstaande voorbeeld. Strikter is de voorwaarde dat er een aangifte van de klager ligt. Als aan beide vereisten is voldaan, kijkt het Hof of eventuele vervolging haalbaar en opportuun is. Indien dat ook het geval is, beveelt het Gerechtshof het Openbaar Ministerie alsnog tot vervolging over te gaan.

    Een ander voorbeeld van een artikel-12-procedure is het in 2011 gehouden proces tegen politicus Geert Wilders vanwege haatzaaien. Directe aanleiding was zijn film Fitna. Het Openbaar Ministerie wilde aanvankelijk niet vervolgen, maar moest uiteindelijk toch aan de bak. Onder meer het Landelijk Beraad Marokkanen had – met succes – een artikel-12-procedure in werking gesteld.

    Zoals uit bovenstaande blijkt, biedt de procedure een laatste houvast binnen het strafrecht. Het is een waarborg, om te voorkomen dat ten onrechte niets gebeurd met een aangifte.

    Heeft u een aangifte gedaan die naar uw mening ten onrechte is geseponeerd? Twijfel dan niet om contact met ons op te nemen. Vaak is er met een artikel-12-procedure meer mogelijk dan u denkt.

    Contact

  • Hoge Raad: huurwoning is voortaan aftrekpost

    Hoge Raad: huurwoning is voortaan aftrekpost

    Het lijkt voor zelfstandige ondernemers haast te mooi om waar te zijn: recent oordeelde de Hoge Raad – het hoogste rechtscollege in Nederland – dat de huur van een woning onder omstandigheden aftrekbaar kan zijn voor zelfstandigen. Helemaal nieuw is dat niet – lagere rechters deden al eens soortgelijke uitspraken – maar door de stempel van de Hoge Raad wordt deze extra fiscale korting wel in een klap een stuk meer kracht bijgezet.

    In het concrete geval ging het om een bouwondernemer die zijn werkkamer gebruikte voor administratie, acquisitie en de planning van nieuwe projecten. Omdat de bouwkamer geen eigen ingang had, bracht de ondernemer de totale huur van zijn woning – 9.835 euro – ten laste van de winst met daarbij een bijtelling van 2.700 euro voor privégebruik. De belastinginspecteur ging daarmee niet akkoord en stelde een aftrek van 902 euro voor.
    Een patstelling volgde, waarna de zaak bij het gerechtshof in Den Haag voorkwam. Het Hof stelde de Belastingdienst in het gelijk met de argumentatie dat er geen sprake is van een zelfstandige werkruimte. In cassatie is het arrest van het Hof echter teruggedraaid: de Hoge Raad vindt het niet relevant of de werkruimte al dan niet zelfstandig is. Volgens de Hoge Raad is een huurrecht een vermogensrecht dat de bouwondernemer in dit geval gebruikt voor de uitoefening van zijn bedrijf. Daarmee valt het onder het ondernemingsvermogen en is de huur volledig aftrekbaar.

    Betekent dat iedere zelfstandige met een huurwoning nu opeens de huur volledig kan aftrekken? De Hoge Raad geeft zelf al een antwoord op die vraag en zoekt aansluiting bij de wet: de aftrek geldt alleen voor zelfstandigen die staan ingeschreven bij de KvK, belastingplichtig zijn en een eigen werkkamer hebben die minimaal tien procent van de woning beslaat. De uitspraak heeft de nodige stof doen opwaaien. Geldt de fiscale korting ook met terugwerkende kracht? Hoe gaat de Belastingdienst de aftrekpost in de praktijk toetsen? Vragen die de aankomende tijd nader uitgekristalliseerd zullen worden.
    Heeft u naar aanleiding van bovenstaand artikel vragen? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.

    Contact

  • Gratis telefoon? Geld terug!

    Gratis telefoon? Geld terug!

    Een opzienbarende uitspraak van de Hoge Raad: het hoogste rechtscollege oordeelde onlangs dat abonnementen met een ‘gratis’ telefoon ongeldig zijn, als in het contract niet duidelijk staat aangegeven wat de abonnee feitelijk aan het toestel afbetaalt. Veel telefoonaanbieders adverteren met gratis toestellen, maar berekenen (een deel van) de kosten van de telefoon alsnog verkapt door in de maandelijkse abonnementsprijs. En dat mag niet, aldus de Hoge Raad.

    Duidelijke scheiding in kosten

    Het rechtscollege vergelijkt een dergelijk ‘gratis’ toestel met een persoonlijke lening. Daarbij horen de strenge eisen van een persoonlijke krediet, iets waar haast geen enkel telefoonabonnement aan voldoet. Aanbieders hadden immers maandelijks aan de klanten duidelijk moeten maken welk deel van de te betalen kosten toebehoort aan het reguliere telefoongebruik en welk deel de afbetaling van het toestel omvat.

    Financiële compensatie

    En nu? Wat betreft de Hoge Raad hebben consumenten, die op bovenvermelde wijze een contract hebben afgesloten, recht op een geldbedrag dat overeenkomt met de waarde van de telefoon. Het deel van het telefoonabonnement dat ziet op de afbetaling van het toestel is immers nietig. Dit impliceert dat de concrete overeenkomst met terugwerkende kracht nooit tot stand is gekomen. Dat betekent overigens ook dat de consument de telefoon moet terugsturen naar de aanbieder, indien deze nog in zijn bezit is. Is deze niet meer aanwezig, dan volstaat een contract van het abonnement in de meeste gevallen ook.

    Overigens zijn telefoonaanbieders vooralsnog niet happig om tot een financiële compensatie over te gaan. Zo gaf KPN vorige week aan zich geen zorgen te maken over claims en zijn de pogingen van consumentenorganisatie Consumentenclaim vooralsnog op niets uitgelopen. Toch lijkt het een stilte voor de storm. De NOS berichtte vorige week dat een ‘nieuwe, grote claimaffaire op het punt van ontbranden staat.’ Eddy Bauw, hoogleraar aansprakelijkheidsrecht, laat aan de NOS weten dat de uitspraak van de Hoge Raad glashelder is: ‘En betekent dat de consument kan zeggen: ik lever mijn mobiel in, en ik wil het bedrag terug dat ik destijds heb betaald, plus de financiering daarvoor.’

    Meent u dat bovenstaande ook voor u van toepassing is? Aarzel dan niet en neem contact op met een van onze advocaten.

    Contact

  • Met een gerust hart op vakantie: over fabels en feiten

    Met een gerust hart op vakantie: over fabels en feiten

    De zomer staat voor de deur, voor velen de tijd van vakantie. Met de caravan naar Frankrijk, het vliegtuig naar Griekenland of gewoon een dagje weg in eigen land: bijna niemand blijft alleen maar thuis. Zeker op een vakantie in het buitenland kan een ongeluk in een klein hoekje zitten en voor de nodige juridische rompslomp zorgen. Drie hardnekkige misverstanden over vakantie vieren in het buitenland.

    ‘Buitenlandse verkeersboetes worden nooit geïnd’

    Er was ooit een tijd, niet eens zo heel lang geleden, dat daarvan inderdaad sprake was. In landen als Italië en Spanje werden flitsboetes – geflitst vanwege te hard rijden – van buitenlandse auto’s zelden geïncasseerd. Eenvoudigweg omdat er tussen die landen en een land als bijvoorbeeld Nederland geen uitwisseling van kentekengegevens plaatsvond. Een onwenselijke situatie die zorgde voor rechtsongelijkheid. Inmiddels hebben alle landen in de Europese Unie (EU) daarom afspraken gemaakt om, indien daarom wordt gevraagd, aan elkaar kentekengegevens te verstrekken. Geflitst in het buitenland levert daarom terdege wel een boete op, die vaak wel pas maanden later op de deurmat valt. Mocht u herhaalde aanmaningen niet betalen, kan een buitenlandse instantie het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) inschakelen. De boetes worden dan nog hoger.

    ‘Ik ben in het buitenland verzekerd voor medische zorg, een ziekenhuisopname kost me niets’

    Dat is maar ten dele waar en ligt volledig aan het land van bestemming. De landen in de EU hebben met elkaar de afspraak gemaakt dat zij elkaars verzekerden helpen, indien zij zorg nodig hebben. Men heeft dan recht op medische zorg uit het basispakket van dat land. Buiten de EU heeft Nederland die afspraak ook gemaakt met de zogenaamde EER-landen (IJsland, Noorwegen Liechtenstein en Zwitserland) en enkele Noord-Afrikaanse landen als Marokko,Tunesië en Turkije. Een groot misverstand: Nederland heeft dergelijke afspraken niet met Westerse landen als de Verenigde Staten, Canada en Australië. Of u daar recht hebt op medische zorg is afhankelijk van uw zorgverzekering.

    ‘Mijn vlucht is geannuleerd, ik heb daarom recht op een schadevergoeding’

    Ook dat hangt er maar helemaal vanaf. Vooropgesteld: wanneer een vliegmaatschappij uw vlucht annuleert, zal zij u zo spoedig mogelijk een alternatief moeten aanbieden. Dat kan een latere vlucht naar uw vakantiebestemming zijn, maar ook een andere route kan worden aangeboden. U hoeft hiermee niet akkoord te gaan: indien u bij een geannuleerde vlucht afziet van uw vakantie, moet de vliegmaatschappij u de kosten van de tickets terugbetalen. Dat betekent echter niet dat u daarmee ook automatisch recht heeft op een schadevergoeding vanwege uw misgelopen vakantie. Doorslaggevend is de reden: is de vlucht geannuleerd vanwege slechte weerscondities? Dan is de hoofdregel dat er sprake is van overmacht en hoeft de vliegmaatschappij u geen schadevergoeding te betalen. Als u niet kan vliegen vanwege een defect aan het toestel is de situatie natuurlijk heel anders en heeft u wellicht wel recht op een compensatie. De bedragen daarvan zijn overigens ook in EU-richtlijnen vastgelegd en kunnen oplopen tot 600 euro per dag.

    Contact

  • Belastingdienst rekent af met lekke VAR, maar er is kritiek

    Belastingdienst rekent af met lekke VAR, maar er is kritiek

    Iedere ZZP’er kent de VAR (voluit: Verklaring Arbeidsrelatie) wel: een schriftelijk bewijs, verstrekt door de Belastingdienst, waaruit blijkt dat u als zelfstandig ondernemer werkzaam bent. Ideaal voor een opdrachtgever. De schijn van een dienstbetrekking – en daaruit voortvloeiende rechten – wordt immers vermeden. Met ingang van 1 mei is de VAR-verklaring afgeschaft. En niet iedereen is daar blij mee. Wat verandert er precies?

    De VAR-verklaring is zo lek als een mandje. Althans, dat vindt de Belastingdienst. Iedere ZZP’er kon een dergelijke verklaring aanvragen en daarmee de schijn ophouden volledig zelfstandig en onafhankelijk te werken. Zelfs als hij of zij werkte voor één opdrachtgever en feitelijk niets anders deed dan een andere medewerker die in loondienst is. Ideaal voor een werkgever: op die manier was het mogelijk om een werkkracht aan te nemen, zonder dat deze de bescherming van een reguliere werknemer geniet.

    De VAR-verklaring als de perfecte vrijwaring

    Om daar een halt aan te roepen, gelden met ingang van deze maand de modelovereenkomsten. Deze overeenkomsten worden per sector opgesteld en zijn te vinden op de website van de Belastingdienst. Zelfstandigen en bedrijven kunnen de overeenkomsten downloaden, invullen en gebruiken. Een opdrachtgever mag ook voor al haar opdrachtnemers één modelovereenkomst naar eigen inzicht opstellen, de Belastingdienst moet deze dan wel eerst goedkeuren.

    Groot verschil met de VAR-verklaring is de aansprakelijkheid. Voorheen werd de opdrachtnemer aansprakelijk gesteld wanneer er sprake was van een schijndienstverband. Dat resulteerde soms in forse boetes en naheffingen. Onrechtvaardig, aldus de Belastingdienst en de Tweede Kamer. In de nieuwe regeling zijn daarom voortaan zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever aansprakelijk. En daar wringt de schoen, vinden vakbonden voor ZZP’ers. Want het mag dan wel een nobel streven zijn, het effect is averechts. Zij vrezen dat opdrachtgevers de rechten van zelfstandigen nog meer aan banden leggen, zodat iedere schijn van dienstbetrekking wordt tegengegaan. Mochten veel zelfstandigen bijvoorbeeld voorheen op de werkplek van de opdrachtgever hun werkzaamheden uitvoeren, als gevolg van de nieuwe regelgeving is dat een stuk minder vanzelfsprekend geworden. Hetzelfde geldt voor het gebruik van materialen en hulpmiddelen die in eigendom toebehoren aan de opdrachtgever. Kortom, het wordt er voor de gemiddelde ZZP’er niet gemakkelijker op gemaakt.

    Wat mag wel, wat mag niet?

    Er bestaat veel onduidelijkheid, de praktijk moet het leren. De aankomende tijd wordt het voor zowel de opdrachtgever als opdrachtnemer aftasten. De Belastingdienst hanteert een overgangsregeling en zal tot 1 mei 2017 weliswaar toezien op de nieuwe regels, maar nog geen boetes opleggen.

    Bent u ZZP’er of maakt u als opdrachtgever gebruik van zelfstandigen en heeft u vragen over de nieuwe regelgeving? Wij kunnen u verder helpen. U kunt vrijblijvend contact opnemen met mr. Petra van Enckevort voor een afspraak.

    Contact

  • Een schenking van ouder aan kind, belastingvrij?

    Een schenking van ouder aan kind, belastingvrij?

    Stel, u wilt een nieuwe auto kopen en hoewel u aardig wat geld heeft gespaard krijgt u de financiering niet rond. Gelukkig willen uw ouders bijspringen. Zij stellen voor u een bedrag van € 10.000 te schenken, zodat u toch die droomauto kunt kopen. Maar een schenking van een dergelijk bedrag, gaat dat zomaar zonder slag of stoot?

    Wanneer belasting betalen?

    De hoofdregel is simpel: over een schenking moet u boven een bepaald bedrag belasting betalen. Dit zijn op zich geen astronomische bedragen. In de regel hanteert de Belastingdienst een tarief bij schenkingen van ouders aan hun kinderen van 10% over een bedrag tot € 121.903 en over al het meerdere betaalt u 20%.

    Uitzondering voor kinderen

    Op de hoofdregel bestaan een aantal uitzonderingen. Onder meer voor schenkingen van ouders aan hun kinderen hanteert de Belastingdienst een soepeler beleid. Waar bij reguliere schenkingen een vrijstelling van € 2.122 per jaar geldt – het bedrag waarover u géén belasting hoeft te betalen – is die drempel bij een schenking van ouder op kind verhoogd naar € 5.304. Kortom, wanneer u onder deze bedragen blijft, is er niets aan de hand.

    Terug naar het voorbeeld: de schenking van € 10.000 ten behoeve van een auto. Over het een bedrag van € 4.696 betaalt u belasting. Dat is immers het deel dat de belastingvrije voet overschrijdt. Het belastingtarief bedraagt 10%, u dient dus €469,90 aan belasting te betalen.
    De Belastingdienst biedt ouders de mogelijkheid om aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar eenmalig een schenking tot € 25.449 te doen, zonder dat daarover belasting wordt geheven. Maakt u gebruik van deze eenmalige vrijstelling, dan hoeft u geen belasting te betalen over de schenking van € 10.000. Nogmaals, een dergelijke belastingvrije schenking kan slechts eenmaal gedaan worden.

    Uitzondering voor studie of een nieuwe woning

    Ten slotte maakt de Belastingdienst uitzonderingen voor de gevallen waarin de schenking wordt aangewend voor studie of een nieuwe woning. Mocht u de € 10.000 uit het voorbeeld niet gebruiken voor een nieuwe auto, maar voor een dure studie of een eigen woning dan hoeft u over dat bedrag geen belasting te betalen. Tot € 53.016 zijn schenkingen in dit kader belastingvrij. Vanaf 2017 zijn schenkingen ten behoeve van een nieuwe woning zelfs tot € 100.000 belastingvrij. Wel geldt wederom de leeftijdsdrempel, de schenking moet gedaan worden aan een kind tussen de 18 en 40 jaar. Nog een bijkomstigheid: er moet een notaris aan te pas komen en u moet naderhand aantonen dat u het geld daadwerkelijk voor bovengenoemde doeleinden heeft aangewend.

    Schenkingen die als voorschot op een erfenis gelden, zijn weer aan een ander regime onderworpen. Dat bespreek ik in een nadere blog. Mocht u vragen hebben naar aanleiding van bovenstaande, dan kunt u vrijblijvend contact met mij opnemen voor een afspraak.
    mr. S. (Sien) Smeets

    Contact

  • De zwarte lijst: Mogen the Rolling Stones u met een coverband afschepen?

    De zwarte lijst: Mogen the Rolling Stones u met een coverband afschepen?

    Eerder schreef ik blogs over het belang van algemene voorwaarden – ze maken deel uit van zo ongeveer iedere consumentenovereenkomst – en de zogenoemde grijze lijst. Dat zijn de bepalingen in algemene voorwaarden die onder omstandigheden niet toegestaan zijn. Deze blog is het sluitstuk van het drieluik over algemene voorwaarden en gaat over de zwarte lijst: de bepalingen in algemene voorwaarden die van rechtswege altijd verboden zijn.

    Limitatieve opsomming

    In de wet is, net zoals bij de grijze lijst, een limitatieve opsomming gemaakt van bepalingen in algemene voorwaarden die tot de zwarte lijst behoren. Deze opsomming, bestaande uit 14 bepalingen, staat in artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek. Deze bepalingen zijn nooit en te nimmer toegestaan in algemene voorwaarden en hebben geen enkele rechtskracht! De wetgever beschouwt ze als nietig, dat wil zeggen dat ze geacht worden nooit te hebben bestaan.

    Welke bepalingen staan er op de zwarte lijst?

    De ratio achter deze lijst is simpel: de bepalingen zijn zo onredelijk voor de wederpartij, dat er geen beroep op mag worden gedaan. Dat betekent overigens meestal dat de algemene voorwaarden voor het overige gewoon in stand blijven.
    Maar welke bepalingen staan er nu op die zwarte lijst? De meest bekende is die van de opzegtermijn bij abonnementen. Het is verboden om bij een abonnement voor bepaalde tijd (dus bijvoorbeeld voor de duur van één jaar) dat nadien stilzwijgend wordt verlengd, een opzegtermijn van langer dan één maand te hanteren. Een ander voorbeeld: de gebruiker van de algemene voorwaarden (dus degene die ze heeft opgesteld) mag niet zonder meer zijn te leveren prestatie overdragen aan een ander. Gechargeerd gezegd: wanneer u naar een concert van the Rolling Stones zou gaan, mag u verwachten dat ook daadwerkelijk die band acte de presence geeft, en u niet wordt afgescheept met een of andere coverband.

    Anders dan met de grijze lijst, waar nuances soms het verschil kunnen maken, zijn de bepalingen op de zwarte lijst evident niet in de haak. Dat maakt het bewijstechnisch vaak eenvoudiger. Toch zal een gebruiker van algemene voorwaarden niet snel geneigd zijn om zijn eigen bepalingen buitenspel te zetten, zeker indien de gevolgen nadelig zijn.Daarom moet er alsnog bijna altijd een rechter aan te pas komen.

    Bent u geconfronteerd met onredelijke bepalingen in algemene voorwaarden? Of wilt u juist algemene voorwaarden opstellen, of deze toetsen aan de bepalingen op de grijze en zwarte lijst? Neem dan vrijblijvend contact op voor een afspraak.